De Familienaam Dobbelare, Dobbelaers en Dobbelaere duikt reeds op in de 14° eeuw.
Familienamen die reeds zo vroeg voorkomen waren eerder voorbehouden aan begoede mensen.
Bekijkt men ook al onze stamboomtakken Dobbelaere, dan wijzen de meeste terug naar de omgeving van de Middeleeuwse steden Gent, Brugge en Brussel.
Onze oudste naamdragers duiken dan ook niet toevallig op in de 14°-15° eeuw wanneer de eerste dobbelscholen ontstaan.
Een Dobbelschool was een officieel speelhuis voor mensen die met dobbelstenen om geld wilden spelen.
Door het oprichten van dobbelscholen wilden de overheid de misbruiken aan banden leggen.
De dobbelmeester was de ambtenaar belast met het toezicht op het dobbelen.
De inkomsten van deze dobbelscholen gingen naar de graaf.
De graaf (leenheer) gaf ook de opdracht aan erkende ambachtsmannen voor het maken van wettelijke dobbelstenen.
Vermoedelijk zijn zo in diverse middeleeuwse steden de eerste families Dobbelaere ontstaan, genoemd naar een ambachtsman in dienst van de graaf of leenheer.
Vermoedelijk moeten er ook in andere steden soortgelijke ambachten bestaan hebben.
Een verklaring dat de familienaam Dobbelaere terugwijst naar het spelen zelf met dobbelstenen ligt minder voor de hand.
Dergelijke middeleeuwse activiteit gaf zoals dat voor andere spelen het geval was, immers geen aanleiding tot het geven van een familienaam.
De ambachten van het maken van dobbelstenen of het toezicht houden op een dobbelschool deden dit wel.
Andere familienamen zoals Dobbelstein en Teirlinck (een variatie op het dobbelen maar met 3 stenen) komen hier ook voor in aanmerking.
Ook de Duitse naam Wurfler die voor het eerst voorkomt in de 14° eeuw gaat terug naar Wurfel, de Duitse benaming voor dobbelsteen.
Dat ‘dobbelen’ soms in verband word gebracht met bv. het dubbel vouwen van lakens, het wonen op een dubbele hoeve (dobbelhoef), het betalen van een dubbele belasting kan eveneens logisch klinken.
Maar het kan ook uit de weverij komen, hierbij is er al heel vroeg sprake van "de dobbelaar", degene die het weven met een dubbele draad uitvoerde.
Even verassend is de verwijzing naar "dobbeling", dobbelkind of dobbelaer. Zo heeft alles waar "iets dobbel gedaan werd" gaan leiden tot een benaming als "dobbelaer" of "dobbelaere".
Het blijft evenwel een feit dat onze oudste naamdragers wel een wassen zegel gebruikten dat verwijst naar het ambacht van de 'dobbel'stenen, en niet een schild gebruikten met een andere symboliek (zie Wapenschild ).
Wat vooraf gaat kan men wellicht niet met een totale zekerheid verklaren wat onze familienaam betekend.
Men kan wel stellen dat er een logische verklaring te vinden is in het middeleeuwse ambacht van de dobbelsteenmakers of toezichthouders van de dobbelscholen.
Vandaar dat het binnen De Dobbel-Beker voor de hand lag om toentertijd het zegel van Jacob de Dobbelaere uit Brugge als symbool te gebruiken.
Bronnen:
Samenstelling: Marc Van Stappen
DDB 2/2004 blz.40-42
Samenstelling: Alfred Staelens
Tekst zie DDB 2.2003 blz.56 en vervolg DDB 3.2003