Toen in oktober 1952 gemeenteraadsverkiezingen werden gehouden, haalde Joseph Dobbelaere dubbel zoveel stemmen als de zittende burgemeester Firmin Pacqu en op grond hiervan eiste hij het burgemeesterschap op. Bij koninklijk besluit van 10 februari 1953 werd hij benoemd. Zijn installatie werd met veel luister gevierd.
Hoezeer het ook was gebleken dat hij populair was, hij kon niet het gezag verwerven om de eenheid in zijn groep te bewaren. Er was weldra strijd tussen zijn aanhangers en die van schepen Storme.
Een van de gevolgen was dat weinig initiatieven werden genomen. De gemeente vertoonde achterstand in vergelijking met buurgemeenten. Er was onvoldoende openbare verlichting, aanleg van riolering liet op zich wachten, er was geen urbanisatieplan. De roddels deden de ronde dat de burgemeester aan de drank was en zijn boerderij verwaarloosde.
Bij de verkiezingen van oktober 1964 kwamen verschillende lijsten op. Twee lijsten hadden elk vier verkozenen en Dobbelaere bleef als enige verkozene van zijn lijst over. Door samen te gaan met een van de twee andere lijsten, die van de CVP, kon hij zijn burgemeesterszetel behouden. Hij werd dus opnieuw tot burgemeester benoemd, maar overleed nog datzelfde jaar. Hij was amper 53. Hij werd opgevolgd door zijn schepen Maurice De Grande.
Bron: wikipedia
Burgemeester Joseph Jacobus Dobbelaere van Koolkerke
Gemeente Koolkerke
Hoewel er Romeinse overblijfselen gevonden zijn is er pas vanaf de 12e eeuw sprake van Koolkerke als dorp. De naam "Coolkercke" werd voor het eerst vermeld in 1243. De parochie zou in de 12e eeuw ontstaan zijn en was afhankelijk van de Onze-Lieve-Vrouweparochie te Brugge en, na de afsplitsing van de Brugse Sint-Gillisparochie, werd ze afhankelijk van deze parochie. Pas in de Franse tijd (1794) werd Koolkerke een aparte parochie.
Vanaf de 9e eeuw liep het Oude Zwin langs het dorp, een gekanaliseerde getijdengeul die scheepvaart naar Brugge mogelijk maakte. In 1134 ontstond het Zwin als gevolg van een springvloed. Het belang van het Oude Zwin werd minder maar, na verzanding van het Zwin, werd het Oude Zwin tussen 1548 en 1567 opnieuw uitgegraven. Doch ook dit verzandde en Brugge trachtte een verbinding met zee te cre ren door het Kanaal Brugge-Oostende (1618-1623) te graven. In 1664 kwam de Handelskom tot stand en deze werd verdedigd door het Fort Lapin. Het Fort van Beieren werd in 1703, tijdens de Spaanse Successieoorlog eveneens in de omgeving van Koolkerke aangelegd.
Omstreeks 1900 werden, in samenhang met het graven van het Kanaal Brugge-Zeebrugge, de Brugse havenbekkens aangelegd. Er kwam daar industri le activiteit en dit leidde tot groei van Koolkerke en de ontwikkeling, ten zuiden daarvan, van de Brugse Sint-Jozefwijk.
In 1914 werd het havengebied bezet door de Duitsers, welke de haven, toen ze zich in oktober 1918 terugtrokken, geheel verwoestten.
Bron: wikipedia
Samenstelling: Geert Dedobbelaere.