Het tijdschrift werd dus boven de doopvont gehouden in 1971 door Noël Dobbelaere ( 1987, tak 1 [2]) uit Oostende, toen samen met Gérard Dobbelaere ( 2012, tak2). Noël bleef hoofdredacteur tot aan zijn overlijden. Ondertussen was de redactieploeg uitgebreid met verschillende medewerkers waarbij vooral Fons Dobbelaer (tak 23) uit het Zeeuws-Vlaamse Sint-Jansteen afkomstig, en Denis Dobbelaere (tak 19) uit Tervuren, het langst zouden uithouden. Fons Dobbelaer werd de hoofdredacteur in de periode 1987-2008, nadien volgde Marc Van Stappen (tak 43 [3]) afkomstig uit het Wase Beveren tot en met de laatste jaargang in 2020. We waren toen wellicht al een van de langst bestaande tijdschriften. Verschillende waren wel al in de jaren 70 van vorige eeuw opgericht, maar zouden het niet zo lang uitzingen.
Al die jaren werd het tijdschrift verschillende keren per jaar naar de vele abonnees gestuurd. Dit gebeurde aanvankelijk nog met stencils en door te kopiëren en ook het verzenden werd door de uitgever zelf verzorgd, tot het nieten en het kleven van de postzegels toe. De uitgever zorgde ook meestal voor de financiën. In de beginjaren deed Noël dit nog zelf, nadien volgden Emiel de Herckenrode (tak 51/21) in de periode 1975-87 en Roger Dobbelaere ( 2017, tak 36) uit Gent in de periode 1988-2000. Vanaf 2001 zorgde Marc Van Stappen ook voor de uitgave van het tijdschrift. Naast tal van redactiemedewerkers [4] zorgden ook de vele lezers voor het regelmatig aanleveren van interessante nieuwtjes. Begin jaren 2000 werd De Dobbel-Beker niet meer vanuit Gent, maar vanuit Hasselt verstuurd. Bewel zorgde voor het kopiëren en verzenden. De computer werd meer en meer ingeschakeld, ook bij de vormgeving. Vanaf 2010 werd het volledige nummer in digitale vorm opgemaakt, zorgde Geert voor de verdere lay-out en werd alles zo aan Bewel bezorgd. De kwaliteit van opgenomen fotomateriaal was zo sterk verbeterd. De laatste jaren van ons tijdschrift zouden er ook illustraties in kleur verschijnen.
In 1991 telden we ongeveer 50 verschillende stamboomtakken, die vooral gesitueerd waren in het Meetjesland (Dobbelaere) en het Pajottenland (De Dobbeleer). De Nederlandse naamgenoten waren vooral afkomstig uit het aan Vlaanderen grenzende Zeeuws-Vlaanderen. In West-Vlaanderen bleek er niet een specifieke regio van oorsprong te zijn, de verschillende takken kwamen zowat van overal uit de provincie. Het was toen vooral Fons Dobbelaer die al die naamgenoten noteerde op fiches en voor de verdere samenstelling van de vele stamboomtakken zorgde. Het gebruik van PC's zou pas later volgen. Vele uren archiefonderzoek in microfilmen waren nodig. In 1991 waren er zo al een 15.000 namen en werd er zelfs besloten om een boek [5] uit te geven.
Elk nummer weer werd gevuld met berichten uit kranten rond naamgenoten en in familiebulletin werden de toen nog vrij toegankelijke informatie rond geboorten, huwelijken en overlijdens opgenomen. De tijdsgeest met o.a. de wet op de privacy zou dit later fel bemoeilijken. Dit boeiende was jarenlang de verantwoordelijkheid van Denis Dobbelaere.
Er ontstonden vriendschappen en de vele lezers van ons tijdschrift werden uitgenodigd op 5-jaarlijkse lustrumfeesten. Een van de meest memorabele werd in 1996 bij het 25-jarig bestaan gevierd in Gaasbeek. De herinneringen aan de genealogische 'markt' die er was, aan de busrit met Jean Arno [6] als gids langs de vele hoeven in het Pajottenland en aan de TV-opnames door het toenmalige programma Afrit 9, blijven nog levendig. In 2020 was een laatste feest gepland in Eeklo dat omwille van de corona-epidemie evenwel zou afgelast worden.
De naam van Fons Dobbelaer zal voor altijd in één adem worden uitgesproken wanneer men het heeft over De Dobbel-Beker. Hij werd geboren in Sint-Jansteen in 1936 als vierde in een gezin van 12 kinderen. Hij huwde in 1966 met Gerry Gradussen en samen werden ze de ouders van een zoon en dochter. In de eerste jaren na zijn huwelijk was Fons verbonden aan het tijdschrift Concilium en vanaf 1969 zou hij docent godsdienst en maatschappijleer worden in het middelbaar onderwijs. Nadien was hij verbonden aan de Universiteitsbibliotheek in Nijmegen waar hij Hoofd van de Dienst catalogisering werd tot aan zijn pensionering in 1998.
In zijn vrije tijd zou De Dobbel-Beker zijn levenswerk worden [7] Hij was samen met zijn broers al vrij vroeg ge ïnteresseerd in zijn familiegeschiedenis en het eerste contact met Noël Dobbelaere en De Dobbel-Beker leek een echte openbaring toen. Hij noteerde eerst tal van namen op steekkaarten, en bracht deze later in het genealogisch programma Gensdata op PC. Het zouden er uiteindelijk meer dan 67.000 worden, waarvan ongeveer de helft namen van aangetrouwde families. Vanaf 1990 zou hij via Internet zoals zovelen toegang krijgen tot grotere gegevensbestanden [8]. Net zoals vele genealogen stelde hij zich ook dikwijls de waarom-vraag naar de vele uren die hij spendeerde aan zijn hobby. Het was de fascinatie voor het leven van de vele personen achter al die namen, de voldoening bij de vele mooie contacten en mooie vondsten en het bleek in feite ook een voortdurend puzzelen om al die gegevens in een geheel te brengen. 'Al die levens, al die familiegeschiedenissen met hun streven, hoop en tegenslagen, het maakt dat ook ik nu makkelijker kan relativeren' schreef hij toen. En ook de bedenkingen 'Iemand moet het eens doen, het vastleggen van al die gegevens over naamgenoten' en 'zal het levenwerk ooit klaar komen?' klinken ons ook bekend in de oren. Met een zekere en meer dan terechte trots, besloot hij toen dat we toch maar een van de best gedocumenteerde familienamen in België en Nederland hadden. Hij dankte nog iedereen die hem al die jaren had geholpen, en was blij zelf ook velen te hebben mogen helpen bij het zoeken naar hun voorouders.
Zijn echtgenote Gerry zou hem al die jaren met interesse volgen bij de vele bezoeken en vergaderingen. En Fons betoonde met respect en bewondering aandacht aan haar levenswerk: het schilderen met olieverf. Op talrijke tentoonstellingen zouden haar lievelingsthema's aan bod komen.
Door een contact van Fons met de jonge Geert Dedobbelaere (tak 59) uit Wolvertem zou het opzetten van een eigen website (www.dobbel-beker.be) vanaf 2001 volgen. Onze lezers kregen via een steeds wisselend paswoord en gebruikersnaam toegang tot de verschillende stambomen. Een vlot toegankelijke namenindex –er waren ondertussen al een 23.000 namen- verving hier de vroegere namenindexen die vijfjaarlijks ons tijdschrift vulden. Om ook anderstalige naamgenoten van dienst te zijn, kreeg de website zelfs een Franstalige en Engelstalige versie.
Achteraf gezien bleek dit alles een echt huzarenstuk, waarbij de gegevens van vele naamgenoten voor het nageslacht zouden bewaard worden. Geert had de website ontwikkeld, Fons had de namen ingebracht, en onze dank ging naar de vele correspondenten [9] die ons telkens weer nieuwe namen bezorgden, ze hadden opgezocht in de archieven of in bestaande naslagwerken.
Op de website zouden ook verschillende andere rubrieken komen zoals een Bio-Bibliografie met een overzicht van naamgenoten/auteurs, een lijst van kunstenaars met hun werken, een overzicht van de vele oorlogsslachtoffers uit beide Wereldoorlogen en informatie over straatnamen, wapenschilden [10] en de oorsprong van onze familienaam. Overigens is de ons oudst bekende vermelding deze uit 1296 van een zekere Lippus Dobbelaerts en zijn moeder Margriete, weduwe van Lowys (=Lodewijk), die cijnsgronden bezaten in de Borgerweertpolder op de linkeroever van de Schelde (Burcht) [11].
De Dobbel-Beker zou met zijn tijd meegaan, en ook op Facebook en Twitter actief worden. Zelfs nu nog blijft onze webmaster Geert actief en blijven we bereikbaar, zelfs zonder ons familietijdschrift. Op regelmatige basis zal ons gegevensbestand geactualiseerd worden, en zullen er nog digitale nieuwsbrieven/bijdragen gepubliceerd worden
Auteur: Marc Van Stappen
Bron: Tijdschrift Vlaamse Stam
Voetnoot: